Zijn rupsen geen beestjes, wanneer ze niet tot vlinder mogen ontpoppen?
Zijn roosjes geen bloemen meer, wanneer ze blijven in de knoppen?
Is een herfstblad geen blad meer, wanneer het valt van de boom?
Is liefde niet oprecht, wanneer het niet kan worden getoond?
Is het ijs er nooit geweest, alleen omdat het smelt?
Is een verhaal niet mooi meer, wanneer het nooit kan worden verteld?
Is een kaars geen kaars meer, wanneer het lichtje is gedoofd?
Is een sprookje geen sprookje meer, alleen omdat je er in hebt geloofd?
Is een appelboom geen appelboom meer, als hij geen appels geeft?
Is een kind geen kind meer als hij geen adem meer heeft?
Nee! Want al onze kindjes zijn bij ons geweest.
Dat hebben we gezien en gevoeld in de liefde die ze ons brachten.
Daarom noemen wij hun namen.