3 Augustus 2016, “Het spijt me, het hartje van het kleinste kindje is gestopt.” Een schreeuw, ik kan hem niet tegen houden. Vanuit het diepst van mijn ziel ontsnapt hij. Een golf van misselijkheid overspoeld me. Ik kom overeind, ik moet hier weg. Ik wil hier niet zijn, mijn baby is dood, mijn andere baby gaat ook dood. Ik moet echt spugen. Dit kan en dit mag niet.
Mijn hart knijpt zich samen, mijn keel knijpt zich samen. Met mijn kindje sterft een stukje van mezelf.
December 2016, de maand dat ik er klaar voor was. Klaar om het moeilijkste te doen wat ik ooit in mijn leven had gedaan. Definitief afscheid te nemen van een veel te klein maar compleet mannetje. Nog niet wetende hoe hij ter wereld zou komen. Klaar om hem los te laten.
Augustus 2018, het gaat prima. De sterfdag van Job is mijn dag. Geen werk, geen verplichtingen, voor de rest een maand als alle maanden.
Het gaat best oké
December 2017, het verdriet is er. Ik ben erop gevat. Het eerste jaar met Gijs, het eerste jaar zonder Job. Geluk en verdriet gaat hand in hand en we bereiden ons voor op de grote dag. 23 December is onze dag. We pakken cadeautjes uit op bed, we knuffelen Gijs een keertje extra en gaan op pad. We maken er wat leuks van. Het ging best oké, met een lach en een traan. We kijken met een goed gevoel terug.
December 2018, inmiddels zijn we twee jaar verder. Twee jaar waarin er een hoop is gebeurd. Twee jaar die voorbij zijn gevlogen. Jaren waarin ik heb gepraat, gehuild, gelachen en een manier heb proberen te vinden om met het verlies en het verdriet om te gaan. Ik heb maanden gehad waarin ik oprecht kon zeggen dat ik gelukkig was. Dat het goed met me ging.
Kleine gebeurtenissen die triggeren
December 2018, het ging goed met me. Met nadruk op ging. Het besef dat het nu eigenlijk even helemaal niet gaat, komt stap voor stap. Filmpje kijken met Gijs, sorry vent, ik huil want ik heb even helemaal geen blij hart. Gijs doet ondeugend, ik word boos. Gijs luistert niet, ik breng Gijs naar bed. Gijs geeft me kusjes en knuffeltjes, de tranen lopen over mijn wangen. Gijs snapt er allemaal niets van. Nachten lig ik wakker. Kleine gebeurtenissen thuis en op het werk triggeren me.
Bij de tweede keer een opmerking over het omgaan met het verlies en er begint me iets te dagen.
Verweven in je ‘zijn’
Ik heb geen kalender of klok nodig. Het is geen kwestie van iets verwerkt hebben of niet. Het is niet er bij stil staan, of er mee bezig zijn. Het zit hem in mijn “zijn”.
Niet de sterfdag van Job is waar mijn “zijn” op reageert, maar de geboortedag. De dag dat ik mijn mannetje voor het eerst kon zien en “vast” kon houden en de dag dat ik hem definitief los moest laten.
Zonder er bewust mee bezig te zijn, heb ik het moeilijk. Mijn lontje is korter, ben emotioneel en zou mezelf het liefst even een maandje terug trekken uit alles wat “moet”. Ik zit echt niet lekker in mijn vel.
Decemberpijn
5 December 2018, 01:00: ik schrijf, ik huil, ik luister naar het tikken van de klok. Ik voel me even heel verdrietig, even heel ongelukkig. Heel even vraag ik me af hoe het zou zijn als ik bij Job zou zijn. Ik heb het nodig te geloven dat het ooit zo ver komt. Dat ik ooit bij mijn andere kind ben.
Het verliezen van mijn kind heeft me verscheurd. Ik ben nooit meer compleet. Job heeft een stukje van mijn hart. En het is oké. Ik mag boos zijn, ik mag verdrietig zijn en ik mag me even heel ongelukkig voelen.
In december mag dat, het is goed, het verlicht.
In januari gaat het vast weer beter.