Ik was 7 weken zwanger toen we in het ziekenhuis waren voor de eerste echo. 2 jaar eerder was ik bevallen van een heerlijke dochter, Charlotte-Amalie. Zenuwachtig ging ik op het bedje liggen en al gauw vroeg de gynaecoloog of ik kon tellen. En ja, dat kon ik. Twee kleine boontjes waren er op het scherm te zien. Een tweeling! We waren heel erg verrast en moesten even aan het idee wennen maar al gauw konden we het al helemaal voor ons zien en waren we dolgelukkig.
Toen ik 3 maanden zwanger was werd ik op een ochtend ontzettend misselijk en had ik pijnlijke krampen. Ik dacht meteen aan buikgriep of voedselvergiftiging maar ergens voelde het niet goed dus belde ik het ziekenhuis op. Verschillende testjes later werd mij verteld dat ze mij meteen moesten opereren in verband met een blindedarmontsteking. Mijn eerste gedachten gingen uit naar mijn tweeling. Maar de arts stelde me meteen gerust. De kindjes zouden niet al te veel risico lopen tijdens de operatie en ik had verder geen keus, ik moest zo snel mogelijk geopereerd worden. De operatie verliep goed en toen ik bijkwam maakten ze meteen een echo, en ja hoor twee druk bewegende baby’s waren er te zien. Wat een opluchting!
Een paar weken later kreeg ik echter een telefoontje van de chirurg die mij geopereerd had. Ze hadden een zeldzame kwaadaardige tumor in mijn blindedarm gevonden en moesten nu uitzoeken hoe erg het was en of ik wellicht uitzaaiingen had. De termen chemo, onderbreking van de zwangerschap vlogen voorbij. Het voelde alsof de grond onder mijn voeten vandaan werd getrokken. Ik dacht meteen aan mijn dochter, de gedachte dat zij zonder haar moeder moest opgroeien brak mijn hart. Ik moest een week wachten, een van de moeilijkste weken van mijn leven dacht ik toen, niet wetend wat er nog meer op mijn pad zou komen. Gelukkig had de chirurg goed nieuws, de tumor zat alleen maar in mijn blindedarm en ze hadden alles met de operatie weggehaald. Opgelucht probeerde ik alles een plekje te geven.
De rest van de zwangerschap verliep heel goed. Met de 20-weken echo kregen we te horen dat alles er prima uitzag, ze liepen qua gewicht beiden voor op eenlingen en het waren twee jongens! Nu konden we echt beginnen met de voorbereidingen; spulletjes kopen, kamertje inrichten, eerste pakjes uitkiezen.
Met 36 weken en 5 dagen, na een drukke dag, ging ik rond 22.00 uur naar bed en al snel braken mijn vliezen. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen had ik al 6 cm ontsluiting en gezien de onderste baby met het hoofdje naar beneden lag wilden ze graag dat ik natuurlijk ging bevallen. De verloskamer werd klaargemaakt en binnen een half uur had ik al 10 cm en mocht ik persen. Er hing een relaxte sfeer, de gynaecoloog was aanwezig volgens protocol maar zat met onze fotocamera te spelen, iedereen was vrolijk en maakte grapjes.
Al gauw werd Henry geboren, en wat was hij klein, veel kleiner dan geschat tijdens de velen echo’s. Hij woog 2370 gram maar deed het meteen goed! Ik mocht hem even vasthouden maar moest mij alweer snel voorbereiden op de komst van zijn broertje. Precies een half uur later werd Matthew geboren, maar in tegenstelling tot Henry, was hij stil, erg stil. Ik besefte het niet meteen maar al gauw rukten ze hem van me weg en zag ik hoe ze hem probeerden te reanimeren op de tafel naast me. Ik keek naar mijn vriend en zag de machteloosheid en angst in zijn ogen. Het heeft meer dan een uur geduurd voordat ze hem hadden gestabiliseerd. Ik kreeg ze toen beiden even snel in mijn armen. Een mager klein mannetje die warm aanvoelde en heerlijk sliep en een koud prachtig mannetje van 3200 gram vol met slangetjes. Wat een van de mooiste dagen van ons leven had moeten zijn veranderde toen in een nachtmerrie.
We werden snel alle drie overgeplaatst naar het Sophia kinderziekenhuis. Matthew werd opgenomen in de NICU waar hij koeling therapie kreeg. Het leek erop dat hij tijdens de bevalling zuurstoftekort had opgelopen dus probeerden ze door hem te koelen de schade aan zijn hersenen te beperken. De eerste keer dat ik naar zijn bedje liep in de NICU brak mijn hart, alles deed pijn, ik kreeg geen lucht meer. Hoe kon het nou dat mijn prachtige gezond uitziende mannetje opeens hier lag met duizenden slangetjes aan zijn lichaam?! En waarom had niemand tijdens de bevalling het doorgehad dat het slecht met hem ging?! Ik mocht hem niet vastpakken, niet aanraken, niks. Eindeloze tranen heb ik boven zijn bedje gehuild. De kinderarts van Matthew maakte ons al gauw duidelijk dat het er somber uitzag, ze zagen weinig hersenactiviteit en ze vreesden voor het ergste.
Drie dagen na de bevalling ging ik naar huis met Henry. Ik was die avond Henry aan het verschonen toen ik opeens een drukkende pijn voelde op mijn borst en linkerarm. Ik dacht dat ik een spiertje had verrekt. Ik ging na het verschonen Henry voeden maar de pijn werd steeds erger. Ik gaf Henry aan mijn vriend, ging op bed liggen en iets zei mij dat ik 112 moest bellen. Al gauw kwam er een ambulance en voor ik het wist lag ik in mijn pyjama op de spoedeisende hulp. Ze maakten een echo van mijn longen, een hartfilmpje en ze prikten bloed en binnen een uur kreeg ik te horen dat ik een hartinfarct had gehad. Ik had ook teveel bloed verloren tijdens de bevalling.
Die nacht lag ik alleen in een klein donker kamertje, ik kreeg bloedtransfusies en hoewel ik ontzettend moe was durfde ik niet in slaap te vallen Ik was te bang dat als ik dat deed ik dood zou gaan. De ochtend daarna werd ik naar een ander ziekenhuis overgeplaatst waar ik een hartkatheterisatie onderging. Een definitieve oorzaak voor mijn hart infarct hebben ze niet kunnen vinden, waarschijnlijk een bloed propje of scheurtje in een van de aderen, het was in ieder geval zwangerschapsgebonden.
Al snel werd ik overgeplaatst naar het Sophia Kinderziekenhuis om dichtbij Matthew te kunnen zijn. De dag na mijn hartinfarct werd er een MRI gemaakt van Matthew zijn hersentjes en die bevestigde de vermoedens van de kinderarts. De hersentjes van Matthew waren dermate beschadigd door het zuurstoftekort dat hij geen waardig leven zou kunnen leiden als hij überhaupt in leven zou blijven. Onze sterke jongen had hard gevochten maar het was vanaf het begin een oneerlijke strijd. De artsen stelden voor om zijn behandeling te stoppen en wij gingen akkoord.
Wat een onmenselijke beslissing is dat voor een ouder. De dag erna werd Matthew van de beademing gehaald. 5 dagen oud was hij toen. Ik heb hem nog een paar uur vastgehouden, zijn hele lichaampje gekust, aan hem gesnoven, door zijn haartjes gekroeld tot zijn hartje ermee is opgehouden. En opeens zit je daar met een koude en slappe maar oh zo mooie baby in je armen, jouw baby, waarvan je afscheid moet nemen terwijl dat juist het meest onnatuurlijke gevoel ooit is. Ik heb hem gewassen, aangekleed en toen moest ik hem daar achterlaten. Ik heb die avond niet alleen afscheid moeten nemen van mijn zoon, maar ook van alle dromen en toekomstwensen die ik voor hem en ons had.
De volgende dag mocht ik naar huis met een lijst vol medicijnen voor mijn hart om een crematie te regelen. De maanden na zijn overlijden waren vol met ziekenhuis bezoeken. Voor mijzelf maar ook voor Matthew. De Inspectiecommissie voor de Gezondheidszorg heeft in verband met mogelijke calamiteit een jaar lang onze zaak onderzocht en hoe frustrerend ook voor ons en alle betrokken artsen, er is geen reden gevonden voor het zuurstoftekort. Het zal voor altijd een mysterie blijven wat er in dat half uurtje voor zijn geboorte in mijn buik is gebeurd.
Nu zijn we ruim 2 jaar verder en ik haal de kracht om verder te gaan vooral uit mijn kinderen. Ik ben angstiger geworden, bewuster van hoe fragiel het leven kan zijn en hoe je soms moet leren leven zonder antwoorden. Mijn hart zal nooit meer heel worden en de pijn nooit weggaan. Maar ik heb het overleefd en ik kan nu nog intenser genieten van de mooie momenten met mijn geliefden. En ook al is Matthew er fysiek niet bij, hij is deel van onze familie en aanwezig in alles wat we doen.
Henry & Matthew*
Beiden geboren op 02-03-2016
✩ Matthew overleden op 07-03-2016 ✩